Symposium 'slachtofferreizen bij partnergeweld'

Vrijdagmiddag 11 oktober 2024

Tijdens dit symposium zullen de huidige ViNe-projectleiders, Pauline Aarten en Janne van Doorn, samen met onderzoeker Hanne Klapwijk de bevindingen van het slachtofferreizenonderzoek presenteren: met welke organisaties komen partnergeweldslachtoffers in contact in hun reis door de keten? En hoe ervaren ze deze reis? Waarom is het belangrijk om deze slachtofferreizen in kaart te brengen? Daarna gaan zij daarover met professionals en het publiek in gesprek. De middag wordt afgesloten met een borrel.

Het symposium vindt plaats aan de Sterrewacht (Kaiserzaal B1.04) van de Universiteit Leiden.

Aanmelden voor dit symposium kan via deze link.

Programma

Het symposium wordt afgetrapt door Janne van Doorn over de opzet van het slachtofferreizenonderzoek. Zij zal hierbij ingaan op het gebruik van ‘experience sampling’ waarbij deelnemers van het onderzoek gevolgd worden in hun reis – en hun ervaringen daarin worden vastgelegd – door middel van een app. Ook schetst zij het hulpverleningslandschap op basis van de contacten die deze deelnemers met instanties hebben gehad.

Daarna beschrijft Pauline Aarten de reizen die slachtoffers van partnergeweld hebben gemaakt door de juridische en hulpverleningsketen. Zij zal middels visualisaties de diverse paden die slachtoffers bewandelden in kaart brengen en daarbij inzichten geven in de ervaringen met het hulpverleningslandschap.

Hanne Klapwijk zal in haar presentatie een juridische blik werpen op slachtofferreizen, waarbij ze aandacht schenkt aan de knelpunten en mogelijkheden in de juridische aanpak van partnergeweld wanneer er kinderen bij betrokken zijn.

Tot slot zal er een plenaire discussie plaatsvinden waarbij de onderzoekers, het publiek en een panel van experts uit de praktijk reflecteren op de bevindingen en wat het betekent voor de aanpak van partnergeweld.

Casus gedeeld tijdens symposium 'slachtofferreizen bij partnergeweld'

Tijdens het symposium is deze casus gedeeld door Patricia:

In de spreekkamer: Een inkijkje in een echtscheiding.

We zitten in de spreekkamer van een psycholoog. De middagzon valt naar binnen. Rond de tafel staan drie stoelen. Annemarie, de psycholoog, zit aan een kant van de tafel. Ze oogt kalm, warm en professioneel.
Haar koffiemok staat voor haar op tafel. Tegenover haar zit Esther, met haar schouders iets omhoog getrokken en haar handen zenuwachtig in haar schoot. Naast haar zit haar ex-man Mark.

Mark begint met praten. “Ik ben zo blij dat we nu bij u zijn,” zegt hij tegen Annemarie, “Bij de vorige therapeut… ach ja, het was een lieve vrouw, hoor, maar ze liet zich te veel beïnvloeden door Esther. En het was gewoon iemand uit de periferie. Ze was niet gespecialiseerd, zoals u.”
Esther kijkt naar Mark. Precies diezelfde woorden sprak hij zo’n zes maanden geleden ook tegen de vorige therapeut, tijdens hun eerste sessie daar. Zij was een psychotherapeut met bijna 30 jaar ervaring. Maar Esther heeft geen tijd om daarover lang verbaasd te zijn, want het gesprek is nu begonnen.

Esther weet inmiddels hoe Mark dit spel speelt. Ze heeft het keer op keer gezien, altijd volgens eenzelfde patroon: hij positioneert zichzelf als slachtoffer, een kwetsbare man die bereid is “heel eerlijk” toe te geven dat hij ooit fouten heeft gemaakt. Maar hij benadrukt steeds dat dat lang geleden was, in een bijna ander leven. Mijn hele familie heeft mij inmiddels vergeven, zegt Mark. Behalve Esther,” zij blijft er maar in hangen. En wat ze nu beweert, zijn pure verzinsels, alleen bedoeld om mij in een kwaad daglicht te stellen.”

Esther’s hartslag gaat omhoog, bij het horen van zijn woorden. Ze probeert te bedenken waar ze kan beginnen met uitleggen hoe het volgens haar zit. Maar dan, onder de tafel, voelt ze plots hoe de knie van Mark tegen de hare schuift. Het is nauwelijks merkbaar en lijkt in eerste instantie een onschuldige beweging. Maar Esther’s lijf verstrakt. Haar spieren spannen zich aan, terwijl ze probeert haar knie weg te bewegen, de andere kant uit. Maar haar beweegruimte onder tafel is beperkt. Esther vindt een andere positie voor haar knie, maar het is niet ver genoeg weg van de zijne. Mark schuift zijn knie nonchalant achter de hare aan, en leunt tegen haar knie alsof er niets aan de hand is. Ondertussen praat hij gewoon verder met Annemarie.

Boven de tafel probeert Esther zich te focussen op wat Annemarie zegt. Maar het lukt niet. Haar gedachten vallen in duizend stukken uit elkaar. Ze probeert zich te herinneren hoe ze hier is beland, in dit gesprek, deze ruimte, met deze man die ooit haar leven was. Ze denk aan wat hij haar en anderen die haar zo lief zijn heeft aangedaan. Nu zoekt hij haar knie onder tafel, alsof hij diezelfde controle wil heroveren die hij jarenlang had. Haar adem stokt, het voelt alsof de woorden vastzitten in haar keel. Esther voelt hoe zijn knie nog dwingender tegen haar knie aan komt. En nu maakt hij er ook een wrijvende beweging mee, van boven naar beneden. Dat is te veel voor Esther,ze trekt haar knie abrupt terug. En roept geïrriteerd uit: “He! Stop nou!”

Annemarie kijkt verrast op. “Wat is er aan de hand?” vraagt ze.

Mark haalt diep adem, legt zijn hand op zijn borst. “Sorry,” zegt hij, tegen Annemarie. Sorry Annemarie. Zijn stem klinkt breekbaar, bijna fluisterend. “Ik stootte per ongeluk tegen haar knie. Dit gebeurt zo vaak, Annemarie. Esther reageert altijd zo overdreven en hatelijk op alles wat ik doe. Ik kan het gewoon nooit goed doen. Zij zet mij met mijn rug tegen de muur. Ik ben doodsbang dat zij er met haar woede voor zorgt dat ik nooit meer bij mijn kinderen mag zijn. Maar ik begrijp het, het is moeilijk voor haar. Ze gelooft misschien zelf echt wel dat haar verhalen waar zijn. Ik probeer steeds opnieuw het goede voorbeeld te geven. Vooral voor onze kinderen.”

Esther wil iets zeggen, maar haar stem lijkt verdwenen. Ze ziet Annemarie’s blik. Vragend en met iets van onbegrip. “Esther,” zegt Annemarie, “dit is wel de vader van je kinderen. Hoe erg is het nou dat hij per ongeluk je knie aanraakt? Misschien kun je proberen iets vriendelijker en kalmer te zijn.”

Mark zit er ineengedoken bij, alsof hij het gewicht van de wereld op zijn schouders draagt. Zijn hoofd hangt een beetje naar beneden. De man die hier zit lijkt amper op de man die hij in huis was. Een man, wiens woede je met een enkel woord kon ontketenen. Vooral met woorden als Nee of Stop. Hier is hij iemand anders. En ondanks alles voelt Esther een golf van medelijden door zich heen gaan als ze hem zo ziet zitten. Dit is het moment waarop hij haar altijd weer in zijn greep kreeg. Het lijkt wel een talent van hem: dit vermogen tot het opwekken van medelijden.

Esther wil iets zeggen, maar op het moment dat ze haar mond opent, begint Mark zachtjes te snikken. Annemarie kijkt naar hem. “Mag ik…” hij schraapt zijn keel… “Mag ik een glaasje water alsjeblieft?”

Annemarie knikt en staat op. Terwijl ze naar de kraan in de hoek van de kamer loopt, draait Mark langzaam zijn hoofd naar Esther. Dan verschijnt er een kille glimlach op zijn gezicht. Het is een blik die Esther verlamt, een grijns die vliegensvlug weer verdwijnt zodra Annemarie terugkomt met het water.
“Dank je wel, Annemarie,” zegt Mark, zijn stem kwetsbaar, bijna fluisterend. “Dank je wel.”

Esther wil haar hoofd schudden, ze wil zeggen dat dit een spel is, bijna als een zorgvuldig geënsceneerde voorstelling, maar Esther blijft stil. Alles in haar voelt als bevroren.

Annemarie zet het glas neer en kijkt naar hen beiden. “Misschien moeten we dit onderwerp voor een andere keer bewaren.”

Mark knikt en zegt: “Ja, graag, Annemarie.”

Esther knikt ook, maar ze voelt zich verward en angstig. Het voelt alsof de wereld zich in tweeën heeft gesplitst, en alsof zij gevangen zit tussen wat er boven tafel gebeurt en wat er zich onder de oppervlakte afspeelt.