Los van het kwade geweten? Over slachtofferonderzoek in de Victimologie

Oratie van prof. dr. mr. Maarten Kunst

 

Een kwaad geweten…

“De afgelopen decennia is de rechtspositie van slachtoffers enorm verbeterd. Anno 2020 kunnen zij zich op tal van rechten beroepen, zowel binnen als buiten het strafproces. Toch hebben de verbeteringen die de wetgever heeft aangebracht geen aanleiding gevormd voor een hosannastemming onder voorvechters van slachtofferrechten.” Met deze woorden start professor dr. mr. Maarten Kunst zijn oratie op 26 oktober 2020. Kunst promoveerde in 2010 aan de Universiteit van Tilburg op de psychosociale gevolgen van slachtofferschap van ernstig geweld. Sindsdien is hij één van de grote spelers in de Victimologie. Volgens Kunst heeft de Victimologie een hoop goed te maken. Hij stelt zijn oratie in het teken van de wettelijke rechten van slachtoffers van criminaliteit. Hij verwijst daarbij naar professor Jan van Dijk die ruim 10 jaar geleden deze wetenschapsdiscipline betichtte van het hebben van een kwaad geweten. Volgens Van Dijk hield de vroege Victimologie zich bezig met de rol van het slachtoffer bij de totstandkoming van het misdrijf. Deze focus heeft bijgedragen aan de slechte positie die slachtoffers lange tijd in strafrechtelijke procedures hebben gehad.

 

Vier problemen

Hoewel er de afgelopen decennia veel veranderd is qua slachtofferrechten zijn we er volgens Kunst nog lang niet. In zijn oratie noemt hij vier problemen met de huidige wettelijke rechten van slachtoffers van criminaliteit, waardoor niet alle slachtoffers profiteren van de rechten die de wetgever slachtoffers van criminaliteit biedt. Ten eerste, de wetgever heeft bepaalde slachtofferrechten, waaronder het spreekrecht, beperkt tot slachtoffers van bepaalde typen misdrijven of die een bepaald soort leed is aangedaan. Dit is gedaan in de veronderstelling dat bij slachtoffers van bepaalde misdrijven de emotionele schade groter is dan bij andere misdrijven en dat het spreekrecht tot (emotioneel) herstel kan leiden. Maar in hoeverre klopt deze veronderstelling? Het wetenschappelijk bewijs is tot nu toe te onvolledig en te onbetrouwbaar om te concluderen dat er een verschil in emotionele schade is tussen verschillende typen misdrijven.

Ten tweede, slachtoffers krijgen niet altijd toegang tot deze rechten. Dit komt voor wanneer het slachtoffer niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering of wanneer een zaak tegen de dader wordt geseponeerd. Kunst geeft aan dat de onthouding van bepaalde rechten niet per se onrechtmatig hoeft te zijn jegens het slachtoffer. De overheid heeft immers een zekere mate van discretionaire ruimte in het maken van beslissingen. Het handelen van de overheid wordt echter als onrechtmatig gezien indien slachtofferkenmerken, zoals etniciteit en relatie tot de dader, hierin doorslaggevend zijn, en met name wanneer individuen buiten de boot vallen omdat zij niet als ideaal slachtoffer worden gezien. Kunst vraagt zich af: In welke mate hangt de kans dat slachtoffers toegang krijgen tot hun rechten af van kenmerken van ideaal slachtofferschap?

Ten derde, slachtoffers worden vaak belemmerd in de uitoefening van hun rechten. De slechte behandeling van slachtoffers tijdens deze juridische procedures is voor vele politici problematisch en daarom heeft onze Minister voor Rechtsbescherming, Sander Dekker, in 2018 zijn plannen aan de Tweede Kamer gepresenteerd om slachtoffers nog beter in staat te stellen van hun rechten gebruik te maken. Volgens Minister Dekker draait het om de ervaringen van slachtoffers, niet om wat ze feitelijk hebben meegemaakt. Want, zo wordt beargumenteerd, door de ervaring centraal te stellen kunnen we de tevredenheid van slachtoffers over de uitoefening van hun rechten vergroten. Kunst is kritisch op deze benadering en wil onderzoeken of het mogelijk is om op basis van ervaringen de tevredenheid van toekomstige slachtoffers te vergroten. Of moeten we op basis van ervaringen juist de verwachtingen van slachtoffers temperen?

En ten vierde, het uitoefenen van deze rechten kan tot onbedoelde en ongewenste effecten bij het slachtoffer zorgen. Kunst noemt als voorbeeld het spreekrecht. Het spreekrecht heeft onder andere als doel om het emotionele herstel van het slachtoffer te bevorderen. Het slachtoffer kan echter psychische klachten blijven houden van het delict, ook al was hij zeer tevreden over zijn spreekrecht. Tot op heden is er geen effectiviteitsonderzoek gedaan naar deze slachtofferrechten. Kunst wil daarom de legitimiteit van de slachtofferrechten onderzoeken om te kijken welke onbedoelde en ongewenste effecten er zoal kunnen optreden bij het slachtoffer tijdens de uitoefening van zijn rechten.

 

Samenwerking

Bovengenoemde vier problemen zullen voor Kunst de komende jaren een centrale rol spelen in zijn wetenschapsagenda. Hij zal zich, in samenwerking met diverse professionals en wetenschappers, op verschillende manieren inzetten voor het aanpakken van deze problemen, om zo een bijdrage te leveren aan de verbetering van de rechtspositie van slachtoffers van criminaliteit. Zo zal Kunst, onder andere, samen met het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum en de Algemene Rekenkamer een studie opzetten om de gevolgen voor slachtoffers van verschillende typen misdrijven – het eerste probleem – uit te zoeken. Daarnaast zal hij met wetenschappers van verschillende universiteiten onderzoek doen hoe in echte zaken kenmerken van slachtoffers samenhangen met beoordelingen of beslissingen die tot gevolg hebben dat slachtoffers wel of geen toegang tot hun rechten krijgen (het tweede probleem).  Met betrekking tot het derde probleem zullen verschillende slachtoffers gevolgd worden tijdens hun reis door het strafproces. Hier zal ViNe een rol spelen door samen met haar netwerkleden deze slachtofferreizen in kaart te brengen. En wat betreft de onbedoelde en ongewenste effecten van slachtofferrechten is hij onder andere betrokken bij een onderzoek naar het spreekrecht tijdens de strafzaak MH17 en wil hij met juristen verdiepend onderzoek doen naar de tegemoetkoming van het Schadefonds.

 

Een gewetensvolle victimologie?

Kunst eindigt zijn oratie met de vraag “Heeft de Victimologie zich losgemaakt van haar kwade geweten?” Zijn antwoord is enerzijds hoopvol maar anderzijds ook tikkeltje negatief. Ja, we hebben geleerd van de afgelopen jaren en hebben een eerste stap in de goede richting gezet. Maar we zijn er nog lang niet. Er is met name onderzoek naar de effectiviteit van slachtofferrechten nodig om tot verbetering te komen. Zonder deze basis kunnen goedbedoelde maatregelen onbedoelde en ongewenste effecten hebben op slachtoffers. En, zo besluit hij zijn oratie, “daar is werkelijk geen enkel slachtoffer bij gebaat”.

 

Prof. dr. mr. M.J.J. (Maarten) Kunst (1978) is hoogleraar Criminologie bij het Instituut voor Strafrecht & Criminologie aan de Universiteit Leiden en voorzitter van de afdeling Criminologie. Hij is gespecialiseerd in de psychologische aspecten van slachtofferschap van criminaliteit en heeft over dit onderwerp tientallen publicaties gerealiseerd in nationale en internationale wetenschappelijke tijdschriften, vaktijdschriften en handboeken. Voor zijn onderzoek heeft hij tal van subsidies verworven, waaronder een Research Talent Grant van NWO en diverse subsidies van het fonds Politie & Wetenschap, het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum en het Leids Universitair Fonds. Hij maakt deel uit van de redactie van het gezaghebbende tijdschrift Stress & Health en verzorgt met grote regelmaat workshops over zijn onderzoek voor vakgenoten, overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties. Ten slotte is hij één van de initiatiefnemers van het kennisnetwerk Victimologie in Nederland (ViNe) en plaatsvervangend lid van het Adviescollege Levenslanggestraften.