Interview met Evy Khouw, medeoprichter van ‘Namens de Familie’
Namens de Familie begeleidt slachtoffers en nabestaanden in het omgaan met de media. De media-adviseurs van Namens de Familie adviseren bij woordvoering en mediaoptredens zodat de juiste verklaring op het juiste moment gegeven wordt. Maar ook als mensen niets met de media willen, moet er een plan uitgevoerd worden en is de media-adviseur o.a. aanspreekpunt voor journalisten.
Hoe is Namens de Familie ontstaan?
In 2019 is Namens de Familie opgericht. Het idee ontstond bij de commandant die het onderzoek leidde in de zaak van Anne Faber. Hij zag met name de rol die Hans Faber, de oom van Anne, op zich nam als vertegenwoordiger van de familie in de media. Roek Lips, de vader van Job die in 2011 verdween tijdens het zwemmen en nooit meer is gevonden, liep met soortgelijke ideeën rond. Ze zijn met elkaar om tafel gegaan en hebben gezegd ‘hier moeten we iets mee’. Er bestond op dat moment nog geen onafhankelijke organisatie die families begeleidde in een hectische periode waarin je middelpunt van het nieuws bent. We zijn toen gestart als pilot en deze duurde uiteindelijk een half jaar. In dat half jaar hebben we 33 families ondersteund. We hielpen in zeer diverse zaken en na een evaluatie was al meteen duidelijk dat we zouden blijven voortbestaan. We hebben sinds de start al 250 families begeleid.
Wat voor zaken begeleiden jullie?
Namens de Familie is onderdeel van Slachtofferhulp Nederland (SHN). Wij ondersteunen in heel veel zaken waarin SHN ook ondersteuning biedt. Maar het kan ook voorkomen dat wij vanuit Namens de Familie families ondersteunen waar SHN niet in zit. Voor ons is het belangrijkste criterium ‘mediagevoeligheid en urgentie’. Dit kunnen misdrijven zijn maar bijvoorbeeld ook ongelukken met een dodelijke afloop.
Sinds 2019 hebben we 250 families begeleid en hebben we achttien mensen in dienst. Het betreffen onbetaalde en betaalde krachten, en ze zijn niet fulltime in dienst. Het draait om beschikbaarheid, want zij voeren ook elders opdrachten uit. Het zou ook ongezond zijn om dit werk fulltime te doen, omdat het crisiscomponent in elke zaak erg aanwezig is. Het draait om ontzettend ingrijpende gebeurtenissen waarin je families bijstaat die heel veel verdriet hebben. Het zou daarom ongezond zijn om iedere week in zo’n crisis te zitten bij families die veelal het pijnlijkste moment van hun leven ervaren. Het kan ook echt iets met jezelf doen. We werken daarom altijd met een sparringpartner. Als media-adviseur ben je altijd in de lead, maar je hebt altijd een sparringpartner, iemand vanuit onze organisatie om objectief te adviseren en mental checks te doen. Het blijven heftige zaken.
Waarom is pas recentelijk het belang van ondersteuning van slachtoffers en nabestaanden bij mediaoptredens onderkend?
De ervaringen van Hans en van Roek hebben uiteindelijk geleid tot de oprichting van Namens de Familie. Maar we zagen dat er al veel langer een behoefte bestond onder slachtoffers en nabestaanden. We hebben veel reacties gekregen van families toen wij er nog niet waren en waarbij ze zeiden: “Waren jullie er toen maar geweest, want wij hadden jullie heel hard nodig.” Het belang van Namens de Familie wordt onderschreven door alle ontwikkelingen in medialandschap en de journalistiek. Onder andere ook de ontwikkelingen in social media, want iedereen met een telefoon filmt tegenwoordig gebeurtenissen en zetten dat online. Iedereen vindt er wat van. Zeker door de opkomst van social media denk ik dat het belang van begeleiding voor nabestaanden en slachtoffers groter is geworden.
Wat doen jullie precies bij Namens de Familie?
Ons voornaamste doel is het bieden van advies en begeleiding naar media. Maar specifiek kijken we naar de zaak en de vraag die er ligt. Ten eerste moeten we weten of de nabestaanden of slachtoffers media-aandacht willen of niet. En voor beide keuzes heb je een plan nodig, want niet alleen als je de media opzoekt moet er een plan komen. Ook wanneer je, als slachtoffer of nabestaande, niks met de media te maken wil hebben, is er een plan nodig. Soms moet je de media een verklaring geven waardoor het qua media-aandacht weer rustig wordt. Daarnaast kijken we hoeveel media-adviseurs nodig zijn in de begeleiding. Dat hangt af van de belangen. Tegenwoordig zien we veel verschillende typen families: o.a. moderne gezinnen, gescheiden gezinnen en iedereen heeft mogelijk een (ander) belang. Als er een advies of begeleiding komt vanuit Namens de Familie dan moet we alle belangen stroomlijnen. En dan heb je het alleen nog maar over belangen binnen de familie. Ook de gemeente of politie kan een rol hebben in de zaak. Dan moet je voor veel afstemming zorgen. Dus wij kijken per zaak wat er nodig is.
Afstemming met bijvoorbeeld de politie is overigens niet gericht op de inhoud, maar op het proces. Voor ons is het fijn om te weten wat er in een zaak speelt, bijvoorbeeld, dat we horen dat de politie over twee uur in een persconferentie meer nieuws zullen delen over de zaak. Ze gaan ons niet vertellen wat het nieuws is, maar wel dat wij de familie alvast kunnen waarschuwen en voorbereiden indien zij niet al ingelicht zijn. Andersom kunnen wij ook de politie op de hoogte brengen als de familie naar buiten wil treden. Niet op inhoud uiteraard, want we adviseren en begeleiden wel altijd in het belang van de familie.
Hoe worden jullie betrokken bij zaken?
Dat kan via de casemanagers van SHN die op ‘high impact’-delicten zitten; levensdelicten, slachtoffers van ernstige geweldsmisdrijven en slachtoffers van seksuele misdrijven. Maar ook vanuit de politie, Buitenlandse Zaken of slachtofferadvocaten. Daarnaast opereren we ook op regionaal niveau, omdat de media op regionaal niveau zaken vaak veel intensiever volgen in vergelijking met landelijke media. Dus je kunt je voorstellen dat bij een vermissing in Zeeland die maanden duurt, de journalisten er bovenop zitten. Het effect en de impact van zulke media-aandacht op de familie die ook in Zeeland wonen is vele malen heftiger dan één keer een artikel op een landelijk medium.
We worden ook wel eens rechtstreeks benaderd door slachtoffers, nabestaanden of mensen met een vraagstuk. Middels een gesprek komen we erachter of we hen daadwerkelijk kunnen helpen.
Wanneer kun je iemand niet helpen?
Het kan wel eens voorkomen dat er een tegengesteld belang is, dat wij vanuit media perspectief zeggen: nu is het niet de tijd om naar buiten te treden. Het is natuurlijk zaak om dat heel goed te schetsen, ook naar de familie, want zij zijn uiteindelijk aan zet. Wij adviseren en begeleiden, maar de familie kiest wat zij willen. En het kan ook zo zijn dat de familie van alles wil waar wij niet achter staan. Vanuit ons belang, het mediaperspectief, kan het zijn dat wij onszelf van een zaak halen. We moeten onze kwaliteit en betrouwbaarheid waarborgen. Dus we kunnen niet alleen maar mee gaan in wat een familie wil.
Hoe ervaren slachtoffers en nabestaanden media-aandacht?
Daarin zien we heel veel verschillende ervaringen. Op het moment dat mensen zelf de media op willen zoeken of hun verhaal willen doen, en dat ze zelf de regie hebben hierin, dan zien we vaak dat het bijdraagt aan de verwerking van hun situatie. Wij kijken daarom heel erg naar het moment dat iemand ergens in zit en waartoe men in staat is. Vanuit een rouwverwerkingsproces moet ook nagedacht worden wanneer het juiste moment is om naar buiten te treden.
We zien natuurlijk ook met regelmaat dat er van alles wordt opgeschreven wat door de familie als schadelijk of verdrietig wordt ervaren, omdat bepaalde dingen niet kloppen. Of omdat de familie in ieder geval niet dat beeld had, of heeft, van hun dierbare. En dan is de vraag: hoe corrigeer je de beeldvorming? Soms moet je met journalisten bellen om feitelijk onjuistheden aan te laten passen. Soms is ook een gesprek met journalisten die zaken intensief volgen voldoende. Het draait allemaal om goed contact met journalisten, om continu context te schetsen waar de familie in zit. Op die manier kun je bewustzijn bijbrengen en het verhaal toch enigszins beïnvloeden. En soms is het ook dealen met wat er is gepubliceerd gezien de persvrijheid. Dan kijken wij wat er nodig is qua nazorg op het moment dat er iets gepubliceerd is. En dan kan je alsnog de familie adviseren om met hun eigen verhaal naar buiten te treden.
Er zijn gelukkig steeds meer journalisten die open staan voor berichtgeving vanuit het slachtofferperspectief. We merken dat er veel respect is. Vooral wanneer een media-adviseur intensief contact heeft met journalisten, kunnen er goede afspraken gemaakt worden. Bijvoorbeeld wanneer namen volledig zijn gepubliceerd, dan bellen wij altijd of het aangepast kan worden. Voor online stukken kan dat, maar bij geprinte stukken lukt dat niet meer. We zien veel bereidwilligheid vanuit journalisten om aanpassingen te maken, omdat ze niet altijd nadenken over de gevolgen voor de familie gezien de snelheid waarin zij moeten publiceren.
Waar zitten jullie grootste uitdaging met betrekking tot de relatie familie en media?
Ik denk dat er continu uitdagingen zijn. De zaken die nu binnenkomen bij ons worden steeds complexer qua ondersteuning. De zaak is wellicht niet complexer dan bijvoorbeeld tien jaar geleden, maar we zien dat de impact groter is omdat alles wordt gedeeld via online kanalen. Het is dan soms erg lastig voor slachtoffers en nabestaanden om de regie te behouden. Wij zullen continue bij onszelf moeten nagaan of we er iets mee kunnen. En als we er iets mee kunnen, wat is dat dan precies? Soms betreft het nieuwe vormen van (online) dienstverlening, die ook hele praktische ondersteuning kan bieden. Denk hierbij aan het uitschakelen van social media accounts van overleden mensen.
Wat is een belangrijk advies dat jullie kunnen geven aan nabestaanden en slachtoffers?
Ook als je niks met de media te maken wil hebben, is het heel belangrijk om rust te creëren door een media-adviseur om ondersteuning te vragen, ook omdat hij of zij vragen afhandelt van journalisten. We hebben gemerkt dat heel veel journalisten het fijn vinden dat er een media-adviseur is, want zij bellen hen op om informatie te krijgen over een zaak en hoeven niet per se families op te gaan zoeken wat zij soms ook ethisch heel lastig vinden. Het gevoel dat je als slachtoffer of nabestaande daarin wordt geholpen, dat is heel fijn voor mensen.
Hoe ziet de toekomst van Namens de Familie eruit?
Ik ben er sinds het begin bij betrokken en ik zie dat we nog lang niet klaar zijn. Aan het begin was het een soort project, een pilot. Uiteindelijk merk je door alle keuzes die we hebben gemaakt, en continu maken, dat er gewoon heel veel vraag is. Er is veel ondersteuning nodig op dit vlak. En met alle ontwikkelingen die er zijn, ook online, zal de vraag naar ondersteuning steeds groter worden. Ik verwacht dat we hierdoor ook steeds meer mensen kunnen gaan helpen. De noodzaak die is er toch wel, want helaas gebeuren er ellendige dingen in de wereld. Het is daarom goed dat mensen ondersteund kunnen worden middels Namens de Familie.
Meer informatie over Namens de Familie kunt u hier vinden.